Het moet een schok geweest zijn. Het bezoek aan Nederland van Tefera Derbew, de Ethiopische minister van landbouw en zijn gevolg. Niet het klimaat, ook niet zozeer de hightech landbouw die ze hier te zien kregen, maar vooral de directheid van Nederlanders die zich van God noch gebod iets aantrekken, laat staan van de overheid.
Zoals de brutaliteit van journalisten die, ondanks de instructies dat er geen politiek gevoelige vragen gesteld mochten worden, toch begonnen over kwesties als grootschalige landgrab en de bouw van dammen die miljoenen bewoners van hun land verdrijven (zie kader).
De Ethiopische minister was in Nederland op uitnodiging van de ontwikkelingsorganisatie Agriterra om de successen van de Nederlandse landbouwcoöperaties te bekijken.
Een confrontatie met de pers stond op het programma. Daar kon hij niet omheen. Zijn verzoek om geen politiek gevoelige kwesties aan te kaarten was ruim van tevoren overgebracht aan het journaille.
In eigen land worden journalisten die zich zo nodig onafhankelijk willen profileren meteen gevangen genomen. Hier kon hij er niet onderuit, dus maakte de minister van Landbouw zich met zichtbare tegenzin los van de lunch om het woord te richten aan de verzamelde pers, bestaande uit drie personen op een belendend bankje.
Gevraagd naar de belangrijkste leermomenten gaf hij een opsomming die begon met ‘member commitment’. Hij was erg onder de indruk van de betrokkenheid van Nederlandse boeren.
Begrijpelijk. In Ethiopië is dat niet vanzelfsprekend; organiseren betekent daar meestal niet veel meer dan overheidscontrole. En de overheid beschikt over belastingambtenaren die de financiële voordelen voor de leden fijntjes komen afromen.
Immense opgaaf
Ethiopië is een land van kleine boeren. 95 procent wordt geproduceerd door kleine boeren met minder dan een halve hectare. En de bevolking van 94 miljoen groeit jaarlijks met 2 miljoen.
Het aantal monden dat gevoed moet worden neemt dus alleen maar toe terwijl de perceeltjes van de boeren enkel kleiner worden. Ethiopische boeren, en met hen de Ethiopische landbouwminister, staan dus voor een immense opgaaf.
En die vervullen ze met succes.
De productiewaarde is de afgelopen tien jaar bijna verdubbeld van 3,75 miljard euro in 2002 tot ruim 6 miljard in 2012. Een prestatie van formaat.
Vooral als je bekijkt hoe de economie zich ontwikkelt. Na Ghana is Ethiopië de snelst groeiende economie van Afrika. 9,7 procent maar liefst in 2013. Voor dit jaar verwacht het IMF een groei van 7,5 procent.
Een snelle stijging lijkt niet moeilijk voor een land dat zich vanaf de bodem moet oprichten, wel knap is het dat dit land dat zonder olie doet. En zonder haven. Inmiddels is dit Oost-Afrikaanse land al de vijfde economie van Afrika.
Ethiopië heeft de gezonde ambitie om uit te groeien tot een markteconomie met een stevige middenklasse. En daar ligt een groot knelpunt, want het zijn vooral de enorme projecten zoals de waterkrachtcentrales waar de economie momenteel op draait.
De private sector kan daar moeilijk direct van profiteren. Voor kleine ondernemers verandert er nagenoeg niks.
Honger
En daarom zoekt Ethiopië naar internationale samenwerking om de handel, investeringen, infrastructuur, industrie en telecommunicatie te ontwikkelen. En natuurlijk de landbouw.
Het was daarom dat Ethiopië de Chinese Premier Li Keqiang onlangs hartelijk verwelkomde. En het was daarom dat de Ethiopische minister van landbouw Tefera Derbew Nederland bezocht.
De minister ging er prat op hoe Ethiopië de honger heeft teruggedrongen. Jawel: in sommige regio’s leiden in droge seizoenen nog wel eens mensen honger, stelt hij. Maar Ethiopië slaagt er steeds beter in zelfvoorzienend te worden. ‘Feitelijk behoort honger al tot het verleden.’
In Nederland kwam hij de coöperaties bezichtigen. Een structuur die Ethiopië niet vreemd is, gezien de 14.000 coöperaties die het land telt.
Wel zijn ze van een heel andere orde. Vanuit de historie van voedselonzekerheid richten Ethiopische coöperaties zich vooral op de gezamenlijke inkoop van inputs als kunstmest.
Nu komt het er op aan de slag te maken naar het vermarkten van hun producten. En als het even kan naar de export. Van hun gerenommeerde kwaliteitskoffie bijvoorbeeld. En hoe dat zou kunnen, hebben ze hier in Nederland gezien.
Welbegrepen eigenbelang
In feite betreft het hier vooral een cultuurverschil. De Ethiopische bevolking is geen dienstbare overheid gewend. Geen vrije meningsuiting. Ethiopiërs hebben geleerd hun hart niet op de tong te leggen.
De markt ontwikkelt zich razendsnel, voor de politiek ligt dat wat genuanceerder. Formeel heet het een federale democratische republiek, maar democratische vrijheden zijn er nog steeds niet doorgedrongen.
Nederlanders kunnen veel leren van de Ethiopische hartelijkheid en beschaafde omgangsvormen. Ethiopiërs benaderen je respectvol, praten zacht en in de zeldzame gevallen dat ze kritiek uiten, geschiedt dat omzichtig.
De belangrijkste les voor de Ethiopische delegatie was hier waarschijnlijk niet de structuur van de coöperatie, maar misschien wel dat de overheid de ondernemers moet loslaten.
Dat een coöperatie vooral functioneert vanuit de betrokkenheid van de leden en succesvol is wanneer de overheid slechts juridische randvoorwaarden en misschien zelfs voordelen biedt. En dat het juist gezond is wanneer ondernemers hun eigen gang gaan.
Dus geen overheidsbemoeienis, maar belastingvoordelen. Alleen wanneer de overheid ondernemers op die manier benadert, kan het welbegrepen eigenbelang van een coöperatie floreren. Want zonder welbegrepen eigenbelang voor de leden geen betrokkenheid.
Dam voorkomt verdamping
En, oh ja. Hoe zat het nu met die landgrab en die dammen? Welnu, het is allemaal overdreven en het is niet waar. De landgrab is overdreven, zegt de minister, want het komt de economie van het land en dus de bevolking ten goede.
Hetzelfde geldt voor de dammen. En die zijn zeer milieuvriendelijk bovendien. Het levert de broodnodige elektriciteit op die ook nog eens wordt geëxporteerd naar buurlanden, dus die zijn er alleen maar blij mee.
Het Turkanameer in Kenia dreigt niet leeg te lopen en Egypte hoeft niet bang te zijn voor een watertekort want de dam houdt water slechts tijdelijk vast. Water moet juist stromen, anders levert het geen elektriciteit op.
De dam slaat water juist op in een diep reservoir, wat verdamping voorkomt. En de dam geeft de rivier juist een constant verloop, zo legt de minister uit.
De winst die het genereert komt helemaal ten gunste van de bevolking, Ethiopië werkt er hard aan om de noodzaak die hulp heet naar de geschiedenisboeken te verwijzen. Alles voldoet aan nationale en internationale wetgeving.
Dat wilde de minister nog wel even gezegd hebben tegen de verzamelde pers. Daarna was het meteen afgelopen. In een land met vrije pers worden lastige journalisten niet gearreseerd, dus restte hem niets dan zich resoluut uit het gesprek los te maken en zich te vervoegen bij het raam met een zonovergoten uitzicht over de Nederrijn achter een lunchtafel vol saucijzenbroodjes.
© Marc van der Sterren
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.
Miljoenen Ethiopiërs wijken voor dammen en landroof
In Ethiopië worden lappen grond ter grootte van Nederlandse provincies verpacht aan met name India, China, Pakistan en Saudi-Arabië. In totaal plegen wel 36 landen deze landroof, volgens Ethiopië zelf.
Vanuit de hoofdstad Addis Abeba worden de contracten getekend en de gebieden op de kaart ingekleurd. Wie er op die ‘percelen’ woont en wat er met hen gebeurt doet niet ter zake.
Naast deze grootschalige land grab bouwt Ethiopië op grote schaal dammen. Het land heeft al zes hydro-elektrische dammen, goed voor 2.000 megawatt.
Slechts 17 procent van de 84 miljoen Ethiopiërs is aangesloten op het lichtnet. Tegen 2018 moet iedereen zijn aangesloten, is het streven. En dat niet alleen. Stroom is een winstgevend exportproduct. De overheid wil daarom de productie opvoeren naar 15 miljoen megawattuur.
De Grand Ethiopian Renaissance Dam in de Blauwe Nijl staat gepland voor 2018 en gaat 6.000 megawatt produceren. Hij kost een slordige 3,5 miljard euro, maar dan heb je ook de grootste waterkrachtcentrale van heel Afrika.
Egypte ziet haar wateraanvoer bedreigd en heeft het defensieapparaat dus al in stelling gebracht. En Ethiopië heeft pas nog drie Egyptische spionnen gearresteerd.
In de Omorivier in het zuidoosten verrijst voor 1,2 miljard euro de Gibe III-dam die 1.800 megawatt zal opleveren, wat goed is voor meer dan bijna 300 miljoen exportdollars per jaar.
Dat het project complete inheemse volkeren in de Omovallei en rond het Keniaanse Turkanameer verdrijft is slechts bijzaak.
In totaal verplaatst Ethiopië miljoenen mensen van hun bestaande woning naar een soort vluchtelingenkampen. Daar heeft het een heus overheidsprogramma voor genaamd: villagization.
De achterliggende idee is dat primitieve stammen tot het verleden behoren; iedereen moet gedwongen mee in de vaart der volkeren en hun traditionele agrarische en nomadische bestaan achter zich laten.
Alleen al in de Oromo-vallei zijn volgens Human Right Watch 1,5 miljoen mensen geëvacueerd tussen 2010 en 2012.
© Marc van der Sterren
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.