Voorlopig doen we het nog met een achterhaald systeem dat afhankelijk is van een belangrijke grondstof die helemaal vanuit Noord- en Zuid-Amerika naar hier verscheept moet worden: Soja. Het moet getoast en gecrusht worden. Niet zozeer vanwege de eiwitten, maar vooral om de olie.
En dat terwijl de behoefte aan eiwit tegenwoordig veel groter is dan die aan olie. Rabobankanalist Clara van der Elst verklaarde eerder al dat niet olie, maar eiwitten de voornaamste reden vormen om soja te crushen.
Toch hoeven we die toeren helemaal niet meer uit te halen om aan hoogwaardige eiwitten te komen. Lupine verbouwen in Europa ligt eigenlijk veel meer voor de hand. Het gewas is gezonder voor mens en dier en is veel efficiënter om te verwerken. Energieverslindende bewerkingen als toasten en crushen zijn overbodig. De juiste variëteit Lupine bevat zelfs geen alkaloïden.
Veel duurzamer dus dan soja.
Maar ja. Soja is voorradig in grote hoeveelheden. We importeren zo’n 9 miljoen ton soja per jaar. Twee crushers in Rotterdam, misschien wel afgeschreven, kraken jaarlijks een slordige 2,7 miljoen ton.
Boeren produceren op kostprijs. De sector moet dus bulk hebben. Zulke enorme hoeveelheden vervang je niet zomaar. Voorlopig blijft de molen dus draaien op soja. Al is het niet echt toekomstbestendig wanneer een sector alleen maar draait op historische gronden en op de macht van het getal.
Maar de toekomst is in zicht. Verschillende partijen, waaronder het Louis Bolk Instituut, werken aan rasverbetering en aan teeltoptimalisatie. De teelhandleiding voor de akkerbouwer ligt al klaar.
Een mooie toekomst ligt in het verschiet. Voor de veevoersector, voor de boer, maar ook voor de burger. Denk je eens in wat een mooi bloeiend landschap de Europeaan voorgeschoteld krijgt!