Nigeria wist zich decennia staande te houden met de olie-export. Nu de olieprijs is gekelderd ligt de economie op z’n gat en focust het land op de landbouw. Een sector die zich van onderop moet ontwikkelen. Zonder oliedollars is dat moeilijk, de hoop is gevestigd op buitenlandse investeerders.
Na de hevige regens van afgelopen nacht bindt Tajudeem Salami zijn tomaten weer op langs zijn stellage van bamboe. Deze methode heeft hij geleerd van het 2Scale Project. Een initiatief van het International Fertilizer Development Centre (IFDC), het Wageningse centrum voor ontwikkeling en onderzoek ICRA en het Nederlandse bedrijf East-West Seed.
80 procent van de 190 miljoen Nigerianen is een kleinschalige boer als Salami die hard moet ploeteren om het gezin te onderhouden. Slechts een enkeling doet werkelijk mee met de commerciële landbouw. Onterecht, vindt Thompson Ogunsanmi. ‘Wij willen boeren uit dit bestaan trekken en hen een volwaardig commercieel boerenbestaan aanleren.’
Ogunsanmi is adviseur bij het IFDC. Boeren hebben eigenlijk overal gebrek aan legt hij uit: uitgangsmateriaal en inputs, markttoegang, kredieten, maar vooral kennis. Met dit soort investeringen is de landbouw vrij eenvoudig te ontwikkelen.
Dankzij irrigatie kan hij zelfs twee keer per jaar oogsten
Salami heeft geleerd goed uitgangsmateriaal op te kweken en meststoffen en natuurlijke pesticiden doelmatig in te zetten. Nu oogst hij grotere tomaten die weken houdbaar zijn en zeer geliefd op de markt. Dankzij irrigatie kan hij zelfs twee keer per jaar oogsten, wat hem in een jaar tijd omgerekend zo’n 1.400 euro opgeleverd. Voorheen hield hij amper 200 euro over aan zijn volledige bedrijf. Dus inclusief zijn bladgroenten en komkommers.
Het is dit soort ontwikkelingen dat Nigeria voorstaat. Verhoging van de voedselproductie vanuit de kleinschalige landbouw. ‘Japanse rijstboeren hebben gemiddeld 2.000 vierkante meter’, vertelt Rotimi Fashola van ontwikkelingsbureau OIT Fash Consults. Kleinschaligheid is geen probleem, wil hij maar zeggen.
De echte problemen zijn een stilstand in de ontwikkeling van de landbouw. ‘Met goede irrigatiesystemen en waterconservering kan overal twee keer per jaar worden geoogst.’
De achterstand in de landbouw is enorm, signaleert ook Hans Crombach. Maar in elke achterstand valt geld te verdienen. Crombach zit al haast 30 jaar in het West-Afrikaanse land. Hij importeert kwaliteitszaaizaad en concentraten voor veevoeders en helpt lokale bedrijven op te zetten.
‘De vraag naar vlees en eieren is enorm’, schetst hij. ‘Maar om aan buitenlandse deviezen te komen exporteert het land ineens soja. Waar blijft de soja voor de lokale boeren?’vraagt hij zich af.
Nigeria bevindt zich in een financiële en economische crisis (lees ook: ‘Voor landroof is in Nigeria geen plaats’). Het land wil de kleinschalige landbouw professionaliseren, maar heeft geen geld. Dus vertrouwt het op de sector zelf en op buitenlandse investeerders. Zaken doen is echter niet gemakkelijk in dit bureaucratische en corrupte land, vertelt Crombach. ‘Soms ben je te vroeg met je bedrijf, vaak ontbreekt het aan expertise, maar er blijft nog ruim voldoende over.’ Voor kleinschalige, maar ook voor grote bedrijven.
Zoals FrieslandCampina WAMCO Nigeria Plc. Met het Dairy Development Program, ontwikkeld met Wageningen UR en twee lokale Universiteiten. Streven is de melkproductie te verhogen van anderhalve tot 3 liter per koe per dag. Hiervoor gaan ze de veehouders trainen in het houden van melkvee en in rantsoenering. Er wordt geïnvesteerd in fokkerij en in logistiek. In verzamelcentra en coöperaties in het noorden van het land waar traditioneel de meeste veehouders zitten en in distributie naar de grote steden in het zuiden.
De ontwikkeling van de melkveehouderij gaat via de kleinschalige melkveehouder
De ontwikkeling van de melkveehouderij gaat via de kleinschalige melkveehouder, benadrukt Rahul Colaco, directeur van FC WAMCO. Enerzijds omdat Nigeria een land is van kleinschalige boeren, maar ook omdat grootschaligheid erg moeilijk commercieel is rond te rekenen. ‘Er is ruimte genoeg om in dit land een bedrijf te beginnen met duizend stuks melkvee. Maar als je wereldwijd gaat kijken naar de commerciële successen van melkveehouderij op deze schaal, dan zijn er maar een paar voorbeelden te vinden.’
Voor buitenlandse investeerders is er veel te verdienen bij het ontwikkelen van de kleinschalige landbouw, concludeert de FrieslandCampina-directeur. En dit is het moment. Juist omdat Nigeria in een financiële en economische crisis zit. ‘De Naira staat op een dieptepunt. Veel lager zal het echt niet komen. Wie wil investeren in dit land moet dat doen binnen nu en 48 maanden. Anders mis je de boot!’
© Marc van der Sterren
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.
lees ook: ‘Voor landroof is in Nigeria geen plaats’.
1 gedachte over “Giant of Africa investeert in kleinschalige landbouw”