Marc van der Sterren

Kinderboekenweek met ware verhalen van Ton van Reen

‘Het Afscheid van Lucia’ is een waargebeurd verhaal, vertelt Ton van Reen. Het speelde 500 jaar geleden op kasteel De Berckt in Baarlo. Het verhaal verscheen in boekvorm, speciaal voor de kinderboekenweek.

Het afscheid van LuciaThema van de kinderboekenweek (30 september tot 11 oktober) is ‘En Toen’. Met zo’n thema kunnen we niet om Ton van Reen uit Maasbree heen. Speciaal voor deze kinderboekenweek heeft zijn uitgeverij In de Knipscheer het verhaal ‘Het afscheid van Lucia’ in boekvorm uitgegeven. 

Het verhaal verscheen eerder al in de bundel ‘Ridders, rovers en rapaille’. Ton heeft het verhaal, dat zich afspeelt in de zestiende eeuw, voor de gelegenheid ook in de huidige tijd geplaatst. In deze vorm vinden kinderen uit deze tijd het oude verhaal terug in schriften op de zolder van hun oma.

We bezoeken met Ton van Reen Kasteel De Berckt in Baarlo waar dit verhaal zich afspeelt. Ton is een echte verteller. Hij heeft aan één vraag genoeg om een compleet verhaal te vertellen. Waarom was het nodig om het boek naar de huidige tijd te verplaatsen, vragen we hem.

“Omdat de mensen die nu in deze omgeving wonen dan begrijpen wie ze zijn. De namen van toen komen hier nog steeds voor. Er was in dit dorp best veel kans om van de plaatselijke adel af te stammen, want er was veel adel.”

Baarlo had in die tijd vijf kastelen, Kessel zes, Maasbree vier en Helden, wat toen een kleine plaats was, had er één: De Hoof. Meijel was een Vrije Heerlyckheid, in die tijd bestuurd door de Heren van Ghoor. Hier op De Berckt en op de meeste kastelen in de omgeving woonde lage adel. “Het waren jonkers. Herenboeren zeg maar.”

Stads Herenhuis

Ton praat over de middeleeuwen als was het de dag van gisteren. Hij kan vertellen hoe het leven zich op de kastelen afspeelde. “Een meid of knecht werd ingehuurd op het kasteel voor een klein bedrag per jaar. Het belangrijkste was kost en inwoning.”

Op het kasteel woonde weinig adel. In dit geval één gezin, met twee dochters en een oude tante. “Vaak zat de adel niet eens op hun kasteel”, weet Ton. “Zij woonden liever in de steden. In de rijke Swalmerstraat in Roermond bijvoorbeeld, waar vooral adel woonde.” Ze kwamen alleen op hun landgoed als er geoogst werd. Van juni tot september. Hier op De Berckt zullen ze meestal wel thuis zijn geweest. De lage adel had niet het geld voor een stads herenhuis.

Personeel was er des te meer. Meiden en knechten werkten op de boerderij en in de nutsgebouwen: de molen, het bakhuis, de bottelarij waar wijn en bier gemaakt werd. “Ik heb ze in het boek niet allemaal genoemd, maar in totaal zullen er wel zo’n veertig personeelsleden hebben rondgelopen. Los nog van de boeren op de pachtboerderijen. Die moesten elk jaar een deel van hun opbrengst als pacht betalen.”

Cursief

Ton heeft zijn kennis opgedaan uit de literatuur en de archieven, maar ook uit de overlevering. Al sinds zijn jeugd is hij geïnteresseerd in de verhalen van lokale verhalenvertellers en geschiedkundigen. “Het afscheid van Lucia is waar gebeurd “, zegt Ton dan ook met stelligheid. “Voor zo ver de geschiedenis te achterhalen is. Ik heb alle namen van de hoofdpersonen achterin vermeld in een familiebestand. Namen van dienstmeiden en stalknechten zijn me niet bekend, die heb ik een naam gegeven en die staan daarom cursief vermeld.”

Hekserij

Agnes, de zus van hoofdpersoon Lucia, werd uitgehuwelijkt aan Egmond van Crieckenbeck. Schloss Krickenbeck ligt nu in Duitsland, net achter het zweefvliegveld op de Venlose Heide. Doordat de familie van Crieckenbeck introuwde bij de familie Van Eyll ontstond de dynastie van de Van Crieckenbecks in Baarlo.

Vlucht voor het Vuur Ton van Reen“Om die dynastie niet in de weg te staan, moest Lucia worden onterfd,” vertelt Ton. “Zij werd naar klooster Keizersbosch in Neer gestuurd. Daar kwamen vooral dochters van de lagere adel die niet mochten trouwen terecht. Wanneer ze veel geld hadden, gingen ze naar het rijkere  Stift in Thorn. Dat klooster komt voor in mijn andere boek dat over heksen gaat: ‘Vlucht voor het vuur’.”

Hekserij vormde een belangrijk thema in de middeleeuwen. Ook in Baarlo werden van hekserij verdachte vrouwen vervolgd. “In mijn verhaal is het een koeienmeid. Zij zou schuldig zijn aan de ziekte die uitbrak onder het vee. Nu weten we dat virussen en bacteriën de boosdoeners zijn, toen hadden de mensen geen idee. De katholieke Kerk had de wijsheid in pacht, dus kregen de vrouwen de schuld.”

Het was Eva die de appel gestolen had van de boom van goed en kwaad. En dat is, zo doceert Ton, tot op de dag van vandaag de leer van de Kerk: de vrouw heeft het kwaad in zich. “Een ziekte onder het vee, was een streek van de duivel en een vrouw die omgang had gehad met de duivel leverde deze kwade streken. De mensen wisten niet beter, ze geloofden dat. En de pastoor zorgde wel dat zo’n heks vervolgd werd.”

Zigeuners

Ruth, zo heette de koeienmeid. Die naam heeft Ton teruggevonden in de archieven. Andere namen heeft hij verzonnen, zoals die van de leden van het kermisgezelschap. “Lucia kwam bij een kermisgroep terecht. Ik heb daarom een kermis- en theatergroep opgevoerd, zoals die in die tijd heeft bestaan.” De groep bestaat uit verstotenen: een dwerg, een brievenschrijver, een waarzegger en Roma’s, die zigeuners werden genoemd.

“Het woord zigeuner mag je niet gebruiken,” benadrukt Ton. “Het zijn Roma. Zigeuner is een scheldwoord. Het komt van het Duitse zieh-gauner, wat rondtrekkende dief betekent.”

Roma’s werden gehaat, maar ook geliefd. Mensen hadden hen nodig als er feest was, want ze konden muziek maken. En op het kasteel werden ze graag ontvangen wegens hun verhalen. Want ze trokken van plaats tot plaats en hadden veel kennis van de historie en van streken ver weg.

Ze hadden ook verstand van geneeskrachtige kruiden. Ze konden mensen, maar ook vee genezen, maar brachten ook ziektes over van de ene naar de andere streek, zonder dat ze dat zelf begrepen. “Nu kennen we de ziektekiemen die veeziekten veroorzaken. Toen was het al snel: ‘Dan is er zeker een zigeuner bij het vee geweest’. En zo kregen ze de naam handlangers van de duivel te zijn.”

Hallo peel en maas
Een ingekorte versie van dit artikel verscheen in HALLO Peel en Maas

De Schelf

Op het kasteel in Baarlo is nog veel terug te vinden uit de tijd dat Lucia uit het boek hier rondliep. Maar er is veel verbouwd, vooral  aan de bijgebouwen. Niemand weet nog precies hoe het er toen uitzag.

Het enige wat rest uit die tijd zijn wat tekeningen. Ton wijst naar de witgeverfde zijgebouwen van het kasteel, waar tot aan het begin van deze eeuw nog paters woonden. Nu zijn het wooneenheden. Maar de plattegrond is nog ongeveer hetzelfde. “Vijfhonderd jaar geleden stond hier vee op stal. Het personeel sliep op de schelf, boven de koeien, in het stro.”

De kinderboekenweek staat dit jaar in het teken van geschiedenis. Het kinderboekenweekgeschenk is geschreven door Arend van Dam, een van de veertien Schrijvers van de Ronde Tafel, een club van geschiedenisschrijvers, waar ook Ton van Reen lid van is.

www.schrijversvanderondetafel.nl

© Marc van der Sterren

 

Moeilijke boeken in makkelijke taal

Ton van Reen schreef tal van boeken voor kinderen en jongvolwassenen die zich in het verre verleden afspeelden, zoals De bende van de bokkenrijders, Gestolen jeugd, Vlucht voor het vuur en De lichtverkoper. Zelf ziet Ton nauwelijks verschil tussen een kinderboek, een jeugdboek of een boek voor volwassenen. ‘Alle mensen hebben dezelfde gevoelens: liefde, haat, angst en vreugde,’ stelt hij.
Zo schreef hij De lichtverkoper, een boek over een lastig en hard onderwerp: de kinderarbeid in de negentiende eeuw, in eenvoudige taal, zodat iedereen het kan lezen. Zoals in meer van zijn historische romans vormen ook in dit boek kinderen de hoofdpersonen. ‘Daarmee kunnen ook jonge lezers zich gemakkelijker in het boek verplaatsen.’
Het boek werd betiteld als jeugdboek, maar verscheen ook als feuilleton in dagblad De Limburger. ‘Ik heb niemand van de vele lezers horen zeggen dat het een kinderboek was.’ Moeilijke onderwerpen moet je in makkelijke taal inzichtelijk maken, vindt de schrijver uit Maasbree. Zo schreef hij voor kinderen van zes en zeven jaar, die pas beginnen met lezen, een succesvol boek over Erasmus. En in het veel gelezen De bende van de bokkenrijders, dat werd verfilmd tot tv-serie, is de jeugdige Mathijs de hoofdpersoon.

Waardeer dit artikel!

Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.

Mijn gekozen donatie € -

Plaats een reactie