‘Waarom mogen asielzoekers niet werken?’ Onderzoeksjournalist Sjors van Beek riep de vraag op, maar ging niet op zoek naar het antwoord. Waarom niet?
Met een zeer leesbare column over de enorme kosten van immigratie zwengelde journalist Sjors van Beek al in maart het belangrijke immigratiedebat in De Limburger aan. Met die aftrap raakte hij de kern van het probleem, want geld is nu eenmaal belangrijker dan medemenselijkheid in onze huidige maatschappij.
Ik schreef het al in mijn bijdrage aan het debat: Als we onze consumptiewelvaart op dit niveau willen houden, kunnen we het ons niet permitteren vluchtelingen of arbeidsmigranten, eerlijk te behandelen. Er is simpelweg geen geld voor fatsoen of voor eerlijk delen.
Enfin. Sjors van Beek is tevens prijswinnend onderzoeksjournalist. Ik was daarom erg verheugd dat juist hij onlangs de belangrijke en prangende vraag opriep: ‘Waarom mogen asielzoekers niet werken?’ Hij deed dit in een column waar hij ook het belang benadrukte van dit voorstel: “De taal leren, een bijdrage leveren én kennismaken met land en inwoners.”
Ik wil dit nog scherper stellen: De taal leren én kennismaken met ons land in de praktijk vormen een essentiële aanvulling op de theoretische taal- en inburgeringscursus. Een bijdrage leveren aan onze maatschappij is bovendien van harte welkom, met het huidige tekort aan arbeidskrachten en nog belangrijker misschien: het contact met Nederlanders kan leiden tot wederzijds begrip.
De vraag is dus meer dan terecht. De vraag die zich bij mij opdringt is nu: waarom liet een gerenommeerde onderzoeksjournalist die vraag hangen in een column? Is de vraag in het debat belangrijker dan het antwoord?
Enfin, als lezer moet ik het zelf maar uitzoeken. Nu is ook deze lezer journalist en ik zal u zeggen: onderzoeksjournalistiek hoeft heus niet moeilijk te zijn. Laten we vooraan beginnen en de vraag inkloppen bij Google: ‘Waarom mogen asielzoekers niet werken?’
Het eerste zoekresultaat wijst het Ministerie van Justitie en Veiligheid die uitgebreid antwoord geeft op de vraag: ‘Mogen asielzoekers werken?’ Antwoord in het kort: Asielzoekers mogen in Nederland 24 weken per jaar werken, maar alleen met een tewerkstellingsvergunning die pas wordt uitgereikt wanneer hun asielaanvraag een halfjaar in de ambtelijke molen heeft rondgedraaid. Vervolgens moet hij zelf op zoek naar werk.
Duidelijk. Vraag blijft echter: Waarom? Waarom mag een vluchteling niet meteen werken?
Laten we eens bellen met het publieksnummer van de Rijksoverheid: 1400. De medewerker van dienst zegt: “Dat is een beleidsvraag. Ik kom zo bij u terug.” In minder dan twee minuten is hij terug en vraagt naar mijn naam, telefoonnummer en emailadres, zodat het ministerie van Justitie en Veiligheid hierover contact op kan nemen. Ik krijg als referentienummer ‘it2042558’, zodat ik terug kan bellen over deze vraag wanneer het antwoord te lang op zich laat wachten.
“Hoe lang verwacht u dat het antwoord op zich laat wachten?” vraag ik.
“Nou, gaat u maar uit van een aantal weken.”
Persvoorlichting
In wachten heb ik altijd weinig zin. Dus neem ik de meest voor de hand liggende binnendoorweg: Ik bel de afdeling Persvoorlichting van het Ministerie van Justitie en Veiligheid.
“Volgens mij staat dat allemaal wel op de website”, meldt de persvoorlichter van dienst. Waarop ik vertel dat hun website wel uitlegt vanaf wanneer een asielzoeker mag werken en in hoeverre, maar niet waarom. En ik meld hun site linkt naar Vluchtelingenwerk dat stelt: “Helaas laat de praktijk zien dat vluchtelingen een grote achterstand hebben tot de Nederlandse arbeidsmarkt. Zij spreken de taal nog niet voldoende, hebben geen relevant netwerk en vaak ontbreken de juiste diploma’s.’
Op mijn vraag of dit ook de officiële lezing van het ministerie is, antwoord hij met de dictie van een schoolmeester: “Als u iets leest op de site van Vluchtelingenwerk is het Vluchtelingenwerk die dat zegt en als u iets leest op onze site, is dat ons ministerie die dat zegt.”
Voor de officiële lezing van het ministerie moet ik even een mail sturen. Een dag later ontvang ik al bericht van de Afdeling Publieksinformatie die te rade zijn gegaan bij dat andere ministerie: Dat van SZW.
Zij antwoorden dat de beperking noodzakelijk is om te voorkomen dat een asielzoeker “in lijn met de opvangrichtlijn, effectieve, daadwerkelijke toegang tot de arbeidsmarkt heeft.” En dat moet te allen tijde vermeden worden om te voorkomen dat asielzoekers rechten op een werkloosheidsuitkering (WW) opbouwen. “Er zou namelijk een complexe situatie ontstaan wanneer een asielaanvraag afgewezen wordt en de asielzoeker vertrekplichtig wordt, maar nog recht op een WW-uitkering heeft.”
Verontwaardiging
Zo eenvoudig is dat. Zolang een asielzoeker nog geen verblijfsstatus heeft, moet hij zich vooral niks in z’n hoofd halen. Hij mag niet aan onze welvaart deelnemen, hij mag ons land niet echt leren kennen en wij mogen hem niet leren kennen, om het simpele feit dat ie misschien wel terug moet.
Had onderzoeksjournalist Van Beek dat antwoord echt niet boven tafel kunnen krijgen? Natuurlijk wel. Maar soms is een vraag stellen belangrijker dan de vraag beantwoorden. Als je, zoals Van Beek, van mening bent dat Nederland de migrantenstroom met alle geweld moet blijven tegenhouden – en je wilt hier zo veel mogelijk lezers van overtuigen, dan is het belangrijk de juiste verontwaardiging te blijven voeden.
We moeten vooral verontwaardigd zijn omdat die asielzoekers, die gelukszoekers, uitvreters en niksnutten, alleen maar naar Nederland komen om hier te profiteren. We moeten vooral niet verontwaardigd zijn over de manier waarop wij met onze medemens omgaan. Dan is het eind zoek. Of, zoals Van Beek het alarmerend stelt: ‘Doorgaan met immigratie betekent het einde van de verzorgingsstaat.’
© Marc van der Sterren
© afbeelding: flickr.com
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.
Beste Marc,
Ik heb even nagedacht over mijn reactie op je column; zowel inhoudelijk als over het kanaal (twitter, mail of hier).
Daarbij kwam ik – uiteindelijk – tot de conclusie dat ik er niet heel veel moeite voor wil gaan doen. En ik leg je uit waarom.
Ik juich het altijd toe dat er debat wordt gevoerd, en ik wil me daar niet aan onttrekken. Integendeel zelfs, ik zwengel het aan en doe er graag aan mee. Het thema immigratie en asiel verdient zo’n debat ook, en ook op dat onderwerp wil en zal ik me niet verschuilen.
Desondanks ga ik geen energie steken in een gedegen, goed uitgewerkt antwoord op jouw column. Reden: afgaande op enkele tussenzinnen in je verhaal lijk je me dusdanig vooringenomen dat het geen enkele zin heeft om inhoudelijke standpunten uit te wisselen. Er staan enkele zogeheten ‘ad hominems’ in je verhaal waar ik over struikel en die me de zin doen vergaan. Ik noem er vier.
1: ‘Met die aftrap raakte hij de kern van het probleem, want geld is nu eenmaal belangrijker dan medemenselijkheid in onze huidige maatschappij’. Impliciete boodschap: ik (Sjors) ben niet zo medemenselijk.
2: ‘Als je, zoals Van Beek, van mening bent dat Nederland de migrantenstroom met alle geweld moet blijven tegenhouden – en je wilt hier zo veel mogelijk lezers van overtuigen, dan is het belangrijk de juiste verontwaardiging te blijven voeden’. Waar baséér jij het op…??? Zowel het eerste als het derde deel van je stelling?
3: ‘We moeten vooral verontwaardigd zijn omdat die asielzoekers, die gelukszoekers, uitvreters en niksnutten, alleen maar naar Nederland komen om hier te profiteren’. Je suggereert dat ik (Sjors) dit soort verontwaardiging bewust aanjaag. Een lage aantijging – nog los van het waarheidsgehalte.
4: ‘Of, zoals Van Beek het alarmerend stelt: ‘Doorgaan met immigratie betekent het einde van de verzorgingsstaat.’’ Doorklikken op de betreffende link leert de lezer dat niet ik (Sjors) dit stel, maar de opstellers van dat rapport. Ben jij nu echt zo dom dat je dit niet had gezien, of heb je mij deze woorden bewust in de mond gelegd?
Jouw column hierboven gaat helemaal niet over waarom ik ‘die ene vraag’ niet had beantwoord. Je hebt slechts toegeredeneerd naar jouw vooropgezette conclusie dat ik een journalist ben met foute standpunten. Zeg dat dan gewoon, en verstop het niet in een quasi-intellectuele column onder een kop met een geheel andere strekking.
Overigens (dan toch even inhoudelijk): je lijkt van de hele materie niets te hebben begrepen. In mijn column wierp ik dus juist die vraag op waarom we het zo hebben geregeld dat asielzoekers niet mogen werken. Jij lepelt allerlei pseudo-journalistieke gesprekjes en dito situaties op waarin je dat bevestigt, en concludeert dat het nu eenmaal wettelijk zo is geregeld. Teneur: ,,Dat had die domme Van Beek ook kunnen schrijven”. Terwijl mijn vraag was waaróm de wet zo is.
Bovendien heb je dus niet begrepen dat mijn column nou juist een aanklacht was. Ook ik vind het mensonterend dat asielzoekers werkloos weg moeten kwijnen. Toch weet je er de draai aan te geven dat het mij allemaal geen bal uitmaakt, ‘want we motten ze nu eenmaal niet, die immigranten’. Een knappe plottwist – maar niet heus.
En dat alles geheel los van het feit dat zo’n column welgeteld 180 woorden telt. Dat betekent: keuzes maken, ook qua thema(‘s). We kunnen niet allemaal van die oeverloze stukken poepen als jij altijd doet.
Tot slot: op twitter kwaakte je nog ‘tendentieus zijn we beiden’. Ik vind het sportief dat je het van jezelf erkent. Ik ben het niet en ik laat het me door jou ook niet aanpraten, noch me meeslepen in een misselijk relletje van niks, over niks op een podium van niks. En voor de rest ga ik ook niet één voor één jouw slappe kulargumenten ontmantelen. Gewoon geen zin in. Als je nog eens met een goed, gedegen stuk zonder onder-de-gordel-bagger komt, wil ik de inhoudelijke handschoen best oppakken. Althans dat overwegen, hangt ook van het podium of medium af. Ik ga met jou niet urenlang in debat op deze site van je die verder toch niemand leest. In de krant of een ander serieus kanaal: prima. Dan maak ik graag gehakt van je activistische, nep-journalistieke gezwets.
Salut.
Sjors van Beek
PS: ik vind het prima als je dit ook buiten je site in de openbaarheid gooit (twitter of whatever). Ik ga er zelf geen energie in steken.