Marc van der Sterren

Wat je zegt ben je zelf

Stel, de coronamaatregelen laten weer een feestje toe en tijdens de happening maakt ome Harrie ome Wiel uit voor charlatan en ezel. Wat denkt u, als toehoorder? ‘Goh, ome Wiel is een charlatan en een ezel. Dat weet ik nu ook weer.’ En vertelt u na afloop thuis: ‘Ome Wiel is een charlatan en een ezel. Want ome Harrie heeft het gezegd’.

Nee. Als verstandig mens, en dat bent u, want u leest de krant, denkt u: ‘wat is er met ome Harrie loos?’ En thuis begint u niet over ome Wiel, maar over ome Harrie: ‘Ome Harrie begon ineens te schelden’.

‘Wat je zegt ben je zelf’ is niet zomaar een kinderachtige uitdrukking. In essentie betekent het dat een scheldpartij meer zegt over degene die scheldt dan over wie uitgescholden wordt. Dit maakt schelden en kwetsen een pijler onder de vrijheid van meningsuiting. Kortom: schelden moet mogen. Het kan iemand kwetsen maar de gekwetste moet beseffen: degene die echt fout zit, is degene die scheldt. Schelden doet pijn, maar dat is de prijs voor onze vrijheid.

Holocaust

Van de rechter mag Thierry Baudet de coronamaatregelen niet met de Holocaust vergelijken. En daarmee zet de rechter volgens mij de bijl aan de wortel van onze vrije meningsuiting. Ik neem het hier niet op voor Baudet maar voor de vrijheid van meningsuiting.

‘Ja maar’, zult u misschien zeggen, ‘Baudet heeft een voorbeeldfunctie. Hij is Tweede Kamerlid!’ Juist daarom wil ik graag weten wat hij vindt. Als kiezer vind ik de mening van onze volksvertegenwoordigers van groot belang. Zo was ik ook blij met de ‘minder Marokkanen’-uitspraak van Geert Wilders. Niet om wat hij vindt, maar omdat hij zei wat hij vindt. Dan weten we tenminste wat we aan hem hebben.

De rechter die de zaak tegen Thierry Baudet behandelde was minder duidelijk. „U heeft zich onnodig grievend uitgelaten”, sprak ze, zonder de grens aan te geven tussen nodig en onnodig grievend. Dezelfde vaagheid doet zich voor als de rechter de vrijheid van meningsuiting ‘niet onbegrensd’ noemt. Bij zo’n uitspraak hoort wat mij betreft ook een duidelijke bepaling waar de grens exact ligt. Anders wordt het een glijdende schaal.

Fakkelman

Een duidelijke grens ligt mijns inziens tussen schelden en bedreigen. Bedreigen kun je in een vrije samenleving nooit toestaan, juist omdat de vrijheid van de bedreigde wordt aangetast. Als iemand bijvoorbeeld met een fakkel voor je voordeur staat te roepen: ‘NSB weg ermee’, dan is dat volgens mij een bedreiging. Dit heeft niets met vrije meningsuiting te maken. Integendeel; zo’n fakkelman bedreigt juist jouw vrije meningsuiting.

Ik vind het onbetamelijk dat iemand OMT-lid Marion Koopmans ‘vuil goor monster van Dachau’ heeft genoemd, maar van mij mag dat. Sorry Marion, ook de onbetamelijken delen in de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid om zichzelf belachelijk te maken. Als hier al iemand verantwoordelijk is, dan zijn dat de sociale media die vooral anonieme reaguurders zouden moeten weren.

Maar de rechter zou wat mij betreft niet mogen toestaan dat iemand richting Koopmans tweet: ‘ze hebben de verkeerde door de kop geschoten’. Dit maakt immers dat Marion Koopmans  minder zou durven zeggen. De grens tussen schelden en dreigen lijkt me duidelijk. Als iemand zich in de vrijheid van meningsuiting beknot kan voelen, dan mag de rechter van mij ingrijpen. Eerder niet.

Tot slot nog dit: Thierry Baudet is een charlatan en een ezel. Dat van die charlatan is mijn vrije mening. Dat van die ezel is wat mij betreft een feit. Kijk maar in het woordenboek Frans-Nederlands. Baudet is een ezel die mag zeggen wat hij wil, zo lang hij maar niemand bedreigt.

© Marc van der Sterren

Deze opinie stond op 19 januari in Dagblad De Limburger

Waardeer dit artikel!

Dit artikel lees je gratis. Vind je het artikel en onze inzet de moeite waard? Dan kun je jouw waardering laten blijken door een bijdrage. Zo help je onze journalisten en RFG Magazine.

Mijn gekozen waardering € -

Plaats een reactie