Nu de klimaatverandering om zich heen slaat, zijn Masai en andere herdersvolkeren genoodzaakt hun levenswijze aan te passen. Namens al deze pastoralisten sturen enkele vooraanstaande Masai mij op pad naar Rotterdam. Naar professor Verkooijen, directeur van het Global Center on Adaptation. Om hem cadeaus te brengen en hem te vragen om medewerking. “Wij werken al decennia aan klimaatadaptatie.”
— Read this article in English —
Op een koele maar zonnige ochtend in wat eigenlijk het regenseizoen moet zijn, word ik aan de drukke Ngong Road in Nairobi, in het kleine, eenvoudige kantoor van dokter James K. Kandagor, verwelkomd met alle egards, waaronder een kop Engelse melkthee en witbrood met margarine. Behalve deze dokter Kandagor, directeur van het Keniaanse programma tegen veediefstallen en medeoprichter en secretaris van de Climate Smart Pastoralists, zijn nog twee Masai aanwezig: mijn vriend Isaac Nemuta, tegenwoordig CEO van de Climate Smart Pastoralists Limited, en de ouderling Michael Kibue. Ik ben uitgenodigd, omdat ze voor mij een belangrijke vraag hebben. Een verzoek zelfs.
Het is niet zomaar een ontmoeting met traditionele Masai die ik al vaker mocht bezoeken. Met herders die vrijwel niets bezitten behalve hun vee, slapen in een kraal van modderhutten op een matras gemaakt van koeienhuid en leven op een dieet van runderbloed gemengd met melk. Soms, bij een bruiloft of andere belangrijke gebeurtenis, slachten ze een koe of geit en eten vlees.
Nee, dit zijn de elite onder de Masai. Mannen die gestudeerd hebben, zich van een Christelijke voornaam bedienen, westerse kleding dragen en niet meer achter hun vee aanlopen. Wat niet wil zeggen dat ze hun herkomst verloochenen. Integendeel: Ze vormen juist een coalitie om de Masai en alle andere pastoralisten (inheemse herdersvolken) te beschermen tegen de gevolgen van de klimaatverandering.
Neem dokter Kandagor. Hij was chirurg in het ziekenhuis, maar bleef altijd verbonden met zijn community. Al was het maar met zijn programma tegen veediefstal. “Maar ik heb mijn baan in het ziekenhuis opgezegd, want dit is belangrijker. Mijn mensen lijden. Familie en vrienden sterven als gevolg van de klimaatverandering.”
Respect voor natuur
De situatie is schrijnend. Inheemse bevolkingsgroepen, waaronder deze herdersvolken, zijn het meest kwetsbaar voor de langdurige droogtes. En het is oneerlijk bovendien, want juist deze oorspronkelijke bewoners zijn het minst verantwoordelijk voor de verandering van het klimaat. Veehoeders die geen wilde dieren eten, maar slechts hun vee, bewijzen daarmee respect te hebben voor natuur en klimaat. Maar juist deze mensen worden direct in hun bestaan bedreigd door de klimaatveranderingen.
Correspondent Saskia Houttuin liet in januari al schokkende beelden van dode, uitgemergelde giraffen zien. Het vierde regenseizoen zonder regen moest toen nog aanbreken. Inmiddels doodt de klimaatverandering twintig keer meer olifanten dan stroperij.
Dit is echter niet alleen het leefgebied voor de big five en andere wilde dieren, maar ook het huis van zo’n 20 miljoen veehouders waarvan velen hun vee zien sterven van de droogte en op drift raken. Op zoek naar groenere streken trekken ze met hun dieren erop uit, zelfs in de drukke straten van Nairobi kom je Masai tegen met een grote kudde mager vee.
“Het is verschrikkelijk”, zegt Isaac Nemuta. “Toen we elkaar tien jaar geleden spraken, werkten we hard om voorbereid te zijn op de klimaatverandering, maar wat we nu te verduren krijgen is een ramp.”
Pastoralistenschool
Het was 2012 toen Isaac me meenam naar zijn Masai-familie en liet zien hoe ze er toen al hevig van langs kregen door de langdurige droogtes en hevige regenval. Een jaar geen regen betekent de dood voor miljoenen stuks vee.
Speciaal daarom was Isaac, samen met SNV, al in 2007 een school begonnen voor pastoralisten in Oloirien, in Kajiado district, het leefgebied van de Masai. Een school voor de Masai uit Kenia, maar ook Tanzania, en voor alle andere herdersvolken. Zelfs Turkana uit het uiterste noorden van het land bezoeken de school.
In drie eenvoudige klaslokalen met op de muur geschilderde instructies krijgen jaarlijks bijna 200 herders hier les over sociale en economische onderwerpen, maar vooral over klimaatverandering en hoe hiermee om te gaan. Ook wordt er op een perceel graslandmanagement gedemonstreerd: herstel, oogst en opslag, maar ook waterconservering. Op die manier leren de nomaden de droogte langer te weerstaan en hoeven ze minder snel, of zelfs helemaal niet te migreren naar groenere streken.
Slachterij
Niet ver van de school ligt het Keekonyokie Slaughterhouse, met een grote veemarkt. Traditioneel willen Masai en andere nomaden hun vee niet verkopen. Toch zien steeds meer herders er tegenwoordig de voordelen van in. Met de opbrengst kunnen ze hun kinderen naar school sturen en in droge tijden hoeven ze hun vee niet zinloos te zien sterven op de schrale savanne.
Michael Kibue is technisch adviseur bij het slachthuis en hielp de Masai hun slachthuisa tien keer groter te maken. Nairobi betrekt hier een derde van alle rund- en geitenvlees. Het slachthuis is tegenwoordig een schoolvoorbeeld van een coöperatie. Het Green Meat Project maakt dat er geen afval verloren gaat. Dankzij een biogasinstallatie kan alles gebruikt worden. Zo kan een fabriek die vlees conserveert de graslanden herstellen, waar het vee is verwijderd.
Masai uit de verre omtrek, tot op honderden kilometers afstand, weten de slachterij te vinden. De tien jaren zijn gaan tellen bij Michael. Hij geldt nu als wijze ouderling bij de Masai, ofwel Mzee, zoals dat in het Swahili heet.
Symbiose
Nog steeds zijn school en slachterij een groot succes. Misschien wel omdat de noodzaak nooit eerder zo hoog is als nu. Tijdens de bijeenkomst in het kantoor voert Michael het hoogste woord. “Afwachten tot er weer regens aanbreken, is niet meer genoeg”, heeft hij gemerkt. “Soms zijn gebieden zo droog, dat er geen gras meer wil groeien, zelfs als er regen valt. Wat daar nodig is, is nieuw graszaad. En bomen. Acacia groeit erg goed op grasland, en het beschermt het gras. Het is een symbiose.”
Vee is het probleem niet. Ook niet de grote aantallen. “Vee is juist een hulpbron. Ze werken mee aan het herstellen van grasland. Maar je moet wel weten op welke manier. Daarom leren we herders hoe ze hun vee planmatig moeten laten grazen.”
Namibië
Om pastoralisten te onderwijzen, trekken ze er op uit. Ze bezoeken hen in heel Kenia, Tanzania, en ver daar buiten. Tot in Sudan en zelfs Namibië. “We werken samen met de Universiteit van Kaapstad.”
Alles draait om een holistische aanpak, om het verbeteren van grasland, verbetering van zaaizaad en uiteindelijk het vasthouden van water, tot in de droogste gebieden. “De op chemie gebaseerde landbouwmethoden zijn goed voor de korte termijn, maar op de lange termijn zijn ze desastreus”, weet Michael. “We vernielen de natuur voor een korte termijn gewin.”
Kampioen klimaatadaptatie
De hele landbouw moet anders. Wat dat betreft zitten we op één lijn. En hier komt de reden van deze vergadering om de hoek kijken. Er komt een printje van een nieuwsbericht van het Global Center on Adaptation (GCA) op tafel, getiteld: ‘Global Leaders Welcome President Kenyatta as Global Champion for the Africa Adaptation Acceleration Program’.
Het artikel van GCA staat vol lovende woorden voor de president, die, vlak voor de landelijke verkiezingen, werd uitgeroepen tot kampioen klimaatadaptatie, wegens zijn sleutelpositie achter de AAAP, een Afrikaans initiatief voor klimaatadaptatie, speciaal voor voedselzekerheid, veerkrachtige infrastructuur, werkgelegenheid en financiering tot 2025 waarvoor hij zich persoonlijk inzet.
Het bericht hanteert termen als vergroening, veerkracht en global community. En er is een citaat van Patrick Verkooijen die zegt: “Afrika is het wachten moe – ik ben zeer vereerd om samen met president Kenyatta te blijven werken aan het financieren van een groener, veerkrachtiger en welvarender continent, dat de lokale bevolking aan het stuur zet.”
Grassroots level
De Masai gunnen me amper de tijd om te lezen wat er staat. De naam van Verkooijen is voor hen bijna onuitspreekbaar, “maar wat hij zegt, is precies waar wij mee bezig zijn”, zegt Michael Kibue. “Wij zijn bezig met zijn ideeën over klimaatadaptatie. In de praktijk. Op grassroots-level.”
Deze Masai, verenigd in de Climate Smart Pastoralists Association, verwachten weinig van de politiek. “Daar denken ze nog op de oude manier. Maar we moeten juist op een andere manier gaan werken. Precies zoals GCA voorstaat: oplossingen zoeken voor klimaatverandering op lokaal niveau.”
GCA doet dit op internationaal niveau voor lokale initiatieven, met publiek private samenwerking. De projecten van deze Masai sluiten hier precies bij aan, menen de mannen. En er zijn kantoren in West-Afrika en Azië. “Wij kunnen het kantoor in Oost-Afrika vormen.”
En passant wijzen ze in het bericht op het bedrag van 25 miljard dollar voor klimaatadaptatie dat GCA, samen met de African Development bank bijeen hebben gebracht voor het AAAP.
Rotterdam
En dan komen er cadeaus op tafel. Voor mij en mijn familie, maar vooral voor professor Patrick Verkooijen in Rotterdam. “Wees alstublieft de stem van de pastoralisten in Europa. En”, vragen ze mij, “ga alsjeblieft naar Rotterdam als onze ambassadeur.”
Dus ik heb een belofte gedaan. Zodra ik terug ben in Nederland, neem ik contact op met zijn kantoor in Rotterdam.
Wordt vervolgd.
© Marc van der Sterren
Waardeer dit artikel!
Dit artikel lees je gratis. Vind je het artikel de moeite waard? Dan kun je jouw waardering laten blijken door een bijdrage. Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.