Onze stichting Lalibela zit met de handen in het haar. In vijfentwintig jaar hebben we veel mensen uit de armoede geholpen en tal van projecten opgebouwd, maar nu lijken we weer terug bij af. Binnen vijf jaar is Ethiopië, ooit een van de snelst groeiende economieën van Afrika, afgezakt naar de rand van bankroet. Etnische conflicten volgen elkaar snel op en de situatie is zo nijpend dat het IMF moest ingrijpen. Voor de bevolking wordt het schaarse voedsel alleen nóg duurder. Hoe is het zo gekomen? En hoe moet het verder? En wat kan onze stichting doen?
Het was zaterdagochtend 3 augustus. Dankzij Femke Bol won de Nederlandse estafettegroep goud, Karolien Florijn won goud in de skiff, en in Gaza vielen minstens vijftien doden bij de zoveelste Israëlische aanval op een school. Het grootste nieuws die ochtend kwam via Whatsapp uit Addis Abeba.
Onze medewerker Gebru doet wel vaker verslag van hoe het ervoor staat in de hoofdstad en wat hij telefonisch van onze vrienden in Lalibela heeft vernomen: “In Ethiopia there is a big issue because of our money”, appte hij. Omdat de birr is gedevalueerd, wordt alles in het land duurder. Een euro leverde ineens bijna 100 birr op, terwijl dat enkele dagen daarvoor nog 60 birr was, vertelde hij: “We are suffering a lot because every thing is getting expensive.”
25 jaar
Mensen als Gebru zijn onmisbaar voor onze stichting. Als reisleider kent hij het hele land. Hij spreekt de meeste talen en is vanuit de hoofdstad meestal wel bereikbaar voor onze medewerkers en begunstigden in Lalibela. Met zijn fourwheeldrive neemt hij ons mee, een reis van 700 kilometer noordwaarts, naar Lalibela. Een stad met naar schatting 35.000 inwoners, bij toeristen bekend om de rotskerken.
Zelf ben ik nu 20 jaar actief voor de stichting, Gebru was er bij vanaf de oprichting, nu 25 jaar geleden. Hij hielp bij het opzetten van een blindenopleiding. Dankzij medewerkers als Gebru hebben honderden kinderen, inclusief blinden en andere gehandicapten, toegang gekregen tot onderwijs.
Zo’n vijftig gezinnen en samengestelde huishoudens ontvangen een maandelijkse toelage, zodat kinderen niet hoeven werken en naar school kunnen. En zodat ouderen zich kunnen redden. Mensen met HIV konden voor de oorlog in een werkplaats terecht. Het is onzeker of deze inmiddels weer is opgestart. En we verlenen microkredieten voor winkeltjes of kleine producenten.
Hoop
De lokale overheid in Lalibela heeft ons in die tijd vaak dwars gezeten, maar zo’n vijf jaar geleden trad er een nieuwe, vrouwelijke burgemeester aan met progressievere standpunten. Zo werd het mogelijk om een locatie voor landbouwprojecten te vinden, zonder procedure die via corrupte en inhalige ambtenaren liep en zonder dat er belachelijk veel belasting voor betaald zou moeten worden.
De lucht boven Lalibela was vervuld van hoop. Het land was één van de snelst groeiende economieën in Afrika. Het Oost-Afikaanse land investeerde in grootse projecten in de infrastructuur en verbeterde de landbouw. Tussen 2008 en 2018 groeide de economie jaarlijks met tien procent. Het inkomen van de bevolking verdubbelde in die periode en de gezondheidszorg verbeterde dusdanig dat de kindersterfte halveerde en de gemiddelde levensverwachting toenam met tien jaar.
De successen van Ethiopië stapelden zich op. Premier Abiy Ahmed, aangetreden in 2018, werd vanaf het allerbegin geprezen om zijn politieke hervormingen. Hij liet duizenden politieke gevangenen vrij, gaf onafhankelijke media meer vrijheid en nodigde verbannen oppositiegroepen uit om terug te keren naar het grootste en meest succesvolle land in de hoorn van Afrika.
Minder dan twee jaar na zijn aantreden ontving premier Ahmed de nobelprijs voor de vrede, vanwege zijn inspanningen voor vrede en internationale samenwerking. Vooral voor zijn initiatief om het langdurige grensconflict met buurland Eritrea op te lossen. En hij speelde een cruciale rol in de vredesonderhandelingen in Sudan.
Verrassingsaanval
Maar net als in Sudan is ook in Ethiopië alle hoop verdwenen. Abiy Ahmed streefde naar nationale eenheid en wilde de macht centraliseren. Dit zorgde voor spanningen met verschillende etnische groepen die hun autonomie wilden behouden.
De meeste onrust deed zich aanvankelijk voor in het noorden van het land. De Tigray People’s Liberation Front (TPLF) wilde juist meer autonomie voor de regio Tigray. De regio besloot tot regionale verkiezingen, maar de federale regering stelde die verkiezingen uit vanwege de coronapandemie. Dit zette kwaad bloed bij het TPLF, die besloot toch door te gaan met de verkiezingen in september 2020.
Het nationale leger bouwde de troepen op in de noordelijke regio. En zo werd het 4 november 2020. De Tigray Defense Force (TDF) voerde een verrassingsaanval uit op het hoofdkwartier van een overheidscommando in Mek’ele, de hoofdstad van de regio Tigray.
De oorlog brak uit en een groot deel van Ethiopië raakte geïsoleerd van de buitenwereld. Ons geliefde Lalibela ligt weliswaar een honderden kilometers van de grens met Tigray, toch lag het midden in de frontlinie. In augustus 2021 nam het TPLF met geweld de stad in. Er vielen doden, maar de mensen uit ons project kwamen er nog redelijk vanaf, hoorden we achteraf.
De stad werd een strategisch punt in het conflict, maar berichten uit Lalibela bereikten ons slechts mondjesmaat. Onze contacten waren moeilijk te bereiken. Telefonie en internet zijn nog steeds weinig betrouwbaar. Wegens stroomonderbrekingen, maar ook omdat de overheid naar eigen goeddunken het internet, of sociale media aan of uit kan zetten. In de periode dat de Tigrayans in Lalibela aan de macht waren, was alle communicatie verbroken.
Meest dodelijke conflict
Vanaf het begin van de oorlog besloot onder meer de Nederlandse overheid tot een negatief reisadvies voor dat gebied. Ook voor journalisten is het er niet veilig en hun verhalen vinden weinig aftrek. Berichten over Olympische Spelen, oorlogen in Oekraïne en Gaza, de Amerikaanse presidentsverkiezingen, beheersen de media. Ethiopië staat niet in de belangstelling.
Op de dag dat de oorlog in Tigray twee jaar oud werd, op 4 november 2022, was het conflict officieel het meest dodelijke ter wereld. Maar liefst 600.000 doden waren er gevallen. Zelfs dat record bereikte amper de krantenkolommen.
Inmiddels is de oorlog in Tigray weer enigszins geluwd. Internationale druk leidde ertoe dat Tigrayaanse strijdkrachten en de Ethiopische regering een vredesakkoord sloten in november 2022. Dat verminderde de vijandelijkheden. Bovendien werd er weer enige humanitaire hulp toegelaten, wat de directe nood enigszins verlichtte.
Maar ook economische uitputting droeg bij aan het de-escaleren. De aanhoudende oorlog eiste een zware tol op de economie en de toch al schaarse middelen van Tigray. Beide partijen waren uitgeput. Ook dit was waarschijnlijk een belangrijke reden voor de afname van het conflict.
Aanhoudende gewapende conflicten
Nog steeds komen er meldingen van geweld en mensenrechtenschendingen uit dat gebied, maar de Ethiopische regering heeft haar prioriteiten bij andere aanhoudende gewapende conflicten liggen, zoals bij de etnische conflicten tussen Amhara en Oromia. Momenteel is het in het hele land onrustig. Ook vanwege frequente protesten en demonstraties tegen de regering.
De Fano en het regeringsleger vechten om Amhara, waar Lalibela onderdeel van uitmaakt. Een gebied twee keer zo groot als de Benelux. Als Amhaarse militie was de Fano oorspronkelijk een bondgenoot van de federale troepen. Samen streden ze in Tigray-oorlog, maar de relatie verslechterde na het formele einde van dat conflict.
In 2023 beschuldigde de regering de Fano ervan te proberen de regionale en de federale regeringen omver te werpen. Dit leidde tot meer conflicten en een noodtoestand in de regio. Daarnaast voelde de Amhara-bevolking zich buitengesloten van de vredesbesprekingen tussen de federale regering en de Tigray People’s Liberation Front (TPLF), ondanks hun betrokkenheid bij de strijd tegen de TPLF.
Dit zorgde voor wantrouwen en spanningen. Ook beschuldigden de Fano-militie en de lokale bevolking de nationale regering ervan de veiligheid van de Amhara-regio te negeren. Sinds april 2023 heerst hierdoor in Ethiopië een tweede burgeroorlog, met Lalibela opnieuw midden in de frontlinie.
Chronische tekorten
Het eind van de oorlog is nog niet in zicht. Alle onrust en conflicten hebben nog eens geleid tot een economische neergang van jewelste. Zoals altijd hakt een oorlog stevig in de overheidsbudgetten. De militaire uitgaven stegen, de productie daalde en alle handelsroutes raakten verstoord.
Dit alles speelde zich af tijdens de wereldwijde corona-epidemie, die een land als Ethiopië extra hard treft. Ook economisch, want er is daar geen geld voor een TOZO, kredietgarantie of andere overheidssteun.
De oorlog en de hoge overheidsuitgaven leidden tot een stijgende inflatie. Voor de oorlog schommelde die rond de 20 procent, tegen 2022 steeg deze tot wel 34 procent. Ethiopië zit volledig aan de grond. Het land heeft chronische tekorten aan buitenlandse valuta, het kan amper essentiële goederen zoals tarwe, olieproducten en kookolie, kunstmest en medische hulpmiddelen zoals vaccins importeren.
Bovendien is de economie vertraagd. Dit wil zeggen dat consumenten minder consumeren, investeerders minder investeren en de werkloosheid stijgt. Voor de bevolking betekent dit alles: armoede. Er is nauwelijks te eten. En dat draagt weer bij aan onrust en onveiligheid.
Alle reden voor het IMF om in te grijpen. 3,4 miljard dollar kreeg het land, uitgesmeerd over de komende vier jaar. Op 29 juli was het pakket goedgekeurd en werden de maatregelen aangekondigd. 1 miljard kreeg het land al meteen overgemaakt. Maar daartegenover stonden wel drastische maatregelen.
Ethiopië moet de hele economie hervormen en zijn schulden aflossen. Dit om de economie stabieler te maken. Het land moet de waarde van de birr voortaan laten bepalen door vraag en aanbod op de markt, om problemen met de buitenlandse handel en een tekort aan buitenlandse valuta op te lossen. Vervolgens verwacht de kredietverstrekker dat Ethiopië nieuwe regels en methoden invoert om de inflatie te bestrijden en te voorkomen dat de overheid teveel geld uitgeeft. Wel steunt het IMF Ethiopië bij het versterken van sociale vangnetten. Er zou dus meer hulp moeten komen voor mensen die het moeilijk hebben, zodat de veranderingen in de economie minder zwaar voor hen zijn.
Devaluatie
Maar de plannen waren nog maar net aangekondigd, of binnen een dag kelderde de birr met 30 procent in waarde. De prijzen van gewone producten rezen de pan uit. Vooral de armsten werden getroffen door de ingrepen van het IMF. Ook nam de werkloosheid toe en de sociale onrust.
Gebru appt dat de devaluatie zelfs oploopt tot 70 procent. De koersen tonen dit ook aan. Het enige wat wij als stichting vanuit Nederland kunnen doen, is de maandelijkse toelage verhogen. Voor een euro krijgen we veel meer birr, maar of dat dan genoeg is, is maar helemaal de vraag. We gaan rekenen en maandelijks bekijken wat een redelijk bedrag is.
Inhalige handelaren
Op vrijdag 9 augustus komt het bericht van onze medewerker Abiy uit Lalibela. Het IMF besloot tot de ingreep “for some positive reasons but it will affect the poor people.” Hij wist te melden dat er inderdaad al sociale vangnetten waren geïnstalleerd, alleen functioneren die nog niet naar behoren. “De armen krijgen hulp van dit programma en van het Rode Kruis, maar de voedselprijzen stijgen nog eens extra hard door inhalige handelaren die voorraden achterhouden.”
Dat de wereldwijde economische situatie, de aanhoudende droogte en natuurlijk de conflicten binnen eigen grenzen de voedselprijzen hadden opgedreven, was bekend. Nu was er echter ook nog sprake van inhalige handelaren. De overheid had hiertegen echter maatregelen aangekondigd, wist Abiy te melden. “En ze biedt ook hulp in de vorm van rijst, het verhogen van overheidssalarissen en marktverbeteringen.”
Castorolie
Het IMF heeft de maatregelen ingevoerd om onder meer de internationale handel te bevorderen. Eigenlijk zouden we nu dus producten uit Ethiopië moeten importeren. Castorolie bijvoorbeeld. Omdat de birr sterk is gedevalueerd, krijgen we meer castorolie voor een euro. Bovendien hebben de Ethiopische overheid en het IMF stimuleringsmaatregelen genomen voor de export.
Onze handen jeuken om met het castorolieproject aan de gang te gaan. En we willen graag in Lalibela gaan kijken hoe het er voor staat. Ook met het syntropische landbouwproject waar het castorolieproject een onderdeel van is. We hebben al stappen gezet om energiezuinige manieren van koken te introduceren, zoals solarcooking. Hierbij wordt voedsel gegaard op zonne-energie in een parabolisch kooktoestel. Maar we kunnen nog niet naar Lalibela om dit verder uit te werken. Het is er nog steeds onveilig.
Windstil
En niet alleen in de noordelijke regio’s is het onrustig, vrijwel het hele land gaat gebukt onder conflicten en dreigingen. Oromo wil zich afscheiden van Ethiopië. Desnoods met geweld. En dan zijn er de voortdurende en vergelijkbare etnische spanningen in bijna alle grensregio’s. In de Somali-regio in het oosten, in de regio grenzend aan Sudan en Zuid-Sudan en in de Southern Nations.
In het oog van de storm is het windstil. Zo is de situatie in Lalibela momenteel stabiel, maar spannend. Al maanden speelt Fano de baas in een groot deel van het omliggende gebied, maar het regeringsleger heeft eind vorig jaar de stad en het vliegveld terugveroverd.
Voorlopig blijven we als stichting dus weg uit deze gespannen patstelling. De noodtoestand die de regering uitriep voor de Amhara-regio, waar ook Lalibela onder valt, is nog steeds van kracht. Het reisadvies van de Nederlandse overheid is dan ook nog steeds negatief. Op het kaartje ligt Lalibela midden in een felgekleurd gebied. Het enige dat we kunnen doen is proberen te communiceren, de omstandigheden en ontwikkelingen in de gaten houden, telkens opnieuw berekenen hoeveel geld we aan de mensen in onze projecten moeten overmaken en hopen op betere tijden.
Steun de stichting Lalibela en waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden. De opbrengst van dit verhaal gaat naar de Stichting Lalibela.
Bezoek ook de website van de Stichting Lalibela
Steun de stichting Lalibela en steun het fotoboek Streatdreamers
Lees ook: Voor Ethiopië is de hongersnood een politiek instrument
Wat een verhaal en wat schrijnend dat we hier zo weinig over horen in
de reguliere media. Goed dat jij er over schrijft!
Zoals altijd doen de rijke landen niks om de arme landen te helpen. Lauter omdat ze er zelf niet beter van worden. Beschamend.
Europa heeft toch ook hulp gekregen om een einde te maken aan de 2de WO.
Stel, Europa had geen hulp gekregen.
Blijf schrijven Marc, blijf de mensen wakker schudden.